Zeg Bach en velen denken dan aan de Matthäus Passion en zijn vele cantates. Werken die hij als cantor en als organist schreef, maar er is ook een periode waarin hij kamermuziekdirecteur was (vanaf 1717). Bach bespeelde zelf verschillende instrumenten waaronder viool en in de jaren aan het hof bij graaf von Anhalt-Cöthen hield Bach zich bezig met profane muziek. Hij schreef o.a. zijn vier Ouvertures, de zes Brandenburgse concerten, concerti voor klavecimbel, de zes vioolsuites en de zes cellosuites. Als violist kende hij alle kneepjes, maar hij was minder op de hoogte van de (on)mogelijkheden van de cello en daarom eisen deze cellosuites het uiterste van de interpreten. De razend moeilijke suites vergen virtuositeit en een strikte vertolking van de polyfonie.
Vrijdag 22 november speelde celliste Ella van Poucke de suites 2, 4 en 6 in de Oostkerk in Middelburg. Haar optreden was fenomenaal, de sfeer in de kerk was apart. Er werd ademloos geluisterd. Het publiek zat rond het podium dat centraal onder de grote koepel was geplaatst.
Precies een jaar geleden had Ella de suites 1, 3 en 5 gespeeld. De verwachtingen waren dus hoog gespannen en zij stelde niet teleur, in tegendeel, het werd een topavond die lang in veler gedachten zal nazinderen.
Wat maakte dit recital dan zo bijzonder?
De moeilijkheidsgraad van deze werken is erg hoog en het leek of Ella van Poucke alles moeiteloos speelde. Verbazingwekkend, want de dubbele stoptechnieken, de bonte mengeling van effecten, de rijkdom aan kleuren en de technische moeilijke momenten kwamen feilloos over, de muziek schitterde van de eerste tot de laatste minuut.
Dat op zich is al een prestatie. Want de suites gecomponeerd in de Duitse tradities (tegenover de Franse traditie) zijn meesterwerken. Bach begon steeds met een Prelude en daarna vier dansen: Allemande, Courante, Sarabande en Gigue. Maar Bach laste ook af en toe een andere dans in (Gavotte, Menuet of Bourree). Elke dans heeft een eigen karakter. En ook de Preludes zijn steeds verschillend. In 2 valt de rijke harmonie en de mooie climax op, in 4 de vele arpeggio’s en loopjes en in 6 de razend moeilijke toccatastijl. In suite 2 voegt Bach twee Menuetten toe in 4 twee Bourrées en in 6 twee Gavottes.
Ella van Poucke dwong respect af en wist door haar intense vertolking het publiek te boeien. De muziek van Bach drong door tot op het bot. Op tijd sierlijk in ritme en streken en virtuoos in de snelle delen. Zo kan ik doorgaan, maar ik wil me beperken tot de zesde suite. De suite die Bach schreef voor een instrument à cinq cordes (zo staat het op de partituur). Voor de cellisten van nu (cello met vier snaren) levert dit vele moeilijkheden op. Eigenlijk bijna niet te doen om te spelen. Hoe interessant was het om de hoge duimposities te zien en het virtuoze spel te horen. De mooie gestreken volle akkoorden, de expressieve en accuraat gebrachte snelle passages. Met als hoogtepunt de Sarabande. Wonderbaarlijk intens en mooi gebracht. Hemelse muziek die subliem werd gespeeld.
Ella van Poucke heeft het hart van Bach geraakt. Zij bewees dat Bach gespeeld moet worden zoals Bach het zou hebben gewild en toch legde zij ook haar eigen emotie en hart vast in haar vertolking. Voor mij werden de cellosuites in Middelburg gespeeld door Ella Bach. Een gouden combinatie.
Jeanette Vergouwen-de Caluwe